Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. säkring:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor säkring (Zweeds) in het Nederlands

säkring:

säkring [-en] zelfstandig naamwoord

  1. säkring (propp)
    de zekering; de stop
    • zekering [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. säkring (propp)
    de ontsteking; de lont
    • ontsteking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • lont [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. säkring (säkerhetspropp)
    knipplaat

Vertaal Matrix voor säkring:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knipplaat säkerhetspropp; säkring
lont propp; säkring
ontsteking propp; säkring infektion; smitta
stop propp; säkring
zekering propp; säkring

Wiktionary: säkring

säkring
noun
  1. elektronisch element ter voorkoming van een te grote stroom

Cross Translation:
FromToVia
säkring zekering fuse — device preventing overloading of a circuit
säkring zekerheidstelling collatéralisation — finance|fr Fait de collatéraliser, de garantir quelque chose comme collatéral.