Råhet in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

råhet:
- ruwheid; hardhandigheid; klamheid; ruw van makelij; grofheid; guurheid; oneffenheid; hobbeligheid

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor råhet (Zweeds) in het Nederlands

råhet (grovhet; strävhet)
de ruwheid; de hardhandigheid
- ruwheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- hardhandigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
råhet (fuktighet)
klamheid
- klamheid [znw.] zelfstandig naamwoord
råhet (ojämnhet)
ruw van makelij; de grofheid
- ruw van makelij [znw.] zelfstandig naamwoord
- grofheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
råhet
guurheid
- guurheid [znw.] zelfstandig naamwoord
råhet (ojämnhet; hårdhet)
de oneffenheid; de ruwheid; hobbeligheid
- oneffenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ruwheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- hobbeligheid [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
grofheid	ojämnhet; råhet	grovhet; oförskämd anmärkning
guurheid	råhet
hardhandigheid	grovhet; råhet; strävhet
hobbeligheid	hårdhet; ojämnhet; råhet
klamheid	fuktighet; råhet
oneffenheid	hårdhet; ojämnhet; råhet	hinder; knöl; ojämnhet
ruw van makelij	ojämnhet; råhet
ruwheid	grovhet; hårdhet; ojämnhet; råhet; strävhet