Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Vertaal rå

Vertaal rå van Zweeds naar Nederlands

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

rå:
- rauw; ongekookt; wreed; meedogenloos; ruige
- wreedaard; bruut
Wiktionary:
- rå → rauw
- rå → ruw, onbewerkt, ongeraffineerd, rauw, rauwe, ra, yard, grof, onbeschaafd, adviseren, raden, aanraden

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor rå (Zweeds) in het Nederlands

rå:

rå bijvoeglijk naamwoord

rå (okokt; rått)
rauw; ongekookt
- rauw bijvoeglijk naamwoord
- ongekookt bijvoeglijk naamwoord
rå (hänsynslös; rått; brutalt; hänsynslöst; omänskligt; ohörsam; ohörsamt)
wreed; meedogenloos
- wreed bijvoeglijk naamwoord
- meedogenloos bijvoeglijk naamwoord
rå (svårt; grovt; råt; sträng; strängt)
ruige
- ruige bijvoeglijk naamwoord

rå [-ett] zelfstandig naamwoord

rå (själlös)
de wreedaard; de bruut
- wreedaard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- bruut [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rå:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bruut	rå; själlös
wreedaard	rå; själlös
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bruut		barbarisk; barbariskt; bestialiskt; inhuman; inhumant; omänskligt
meedogenloos	brutalt; hänsynslös; hänsynslöst; ohörsam; ohörsamt; omänskligt; rå; rått	hjärtlös; hjärtlöst; obarmhärtigt; skoningslös; skoningslöst
ongekookt	okokt; rå; rått
rauw	okokt; rå; rått
wreed	brutalt; hänsynslös; hänsynslöst; ohörsam; ohörsamt; omänskligt; rå; rått	barbarisk; barbariskt; bestialiskt; inhuman; inhumant; omänskligt
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ruige	grovt; rå; råt; sträng; strängt; svårt

Synoniemen voor "rå":

elak; omild; bestialisk; ostekt; hjärtlös; hård; okokt

Wiktionary: rå

rå

adjective

ongekookt en vers
- rauw → rå

Cross Translation:

From	To	Via
• rå	→ ruw; onbewerkt; ongeraffineerd	↔ crude — being in a natural state
• rå	→ ruw	↔ crude — statistics: in an unanalyzed form
• rå	→ rauw; rauwe	↔ raw — uncooked
• rå	→ ra	↔ yard — nautical: tapered timber from which square sails hang
• rå	→ yard; ra	↔ Rah — Seemannssprache: Querstange am Mast eines Segelschiffs für die Anbringung des rechteckigen oder trapezförmigen Rahsegels
• rå	→ grof; ruw; onbeschaafd	↔ roh — (umgangssprachlich) ungehobelt, grob
• rå	→ adviseren; raden; aanraden	↔ conseiller — Indiquer à quelqu’un ce qu’il doit faire ou ne doit pas faire. (Sens général).