Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. program:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor program (Zweeds) in het Nederlands

program:

program [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. program (fickdagbok; dagordning; fickkalender; filofax)
    de agenda; de zakagenda
    • agenda [de ~] zelfstandig naamwoord
    • zakagenda [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. program
  3. program
    de toepassing; het programma
  4. program
    de software
    • software [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. program
    het programma
  6. program
    de toepassing

Vertaal Matrix voor program:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agenda dagordning; fickdagbok; fickkalender; filofax; program agenda; dagordning; kalender; kalenderprogram
programma program motor; radioprogram
software program software
toepassing program användning; tillämpning
zakagenda dagordning; fickdagbok; fickkalender; filofax; program fickdagbok
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
computerprogramma program
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
computerprogramma programvara

Synoniemen voor "program":


Wiktionary: program


Cross Translation:
FromToVia
program uitzending broadcast — a program transmitted
program programma cycle — program on a washing machine
program programma program — set of structured activities
program programma program — leaflet listing information about a play, game or other activity
program programma program — performance of a show or other broadcast on radio or television
program programma program — software application