Zweeds

Uitgebreide vertaling voor pratsamt (Zweeds) in het Nederlands

pratsamt:

pratsamt bijvoeglijk naamwoord

  1. pratsamt (snackigt; pratsam)
    praatziek; spraakzaam; praatgraag; indiscreet; flapuit; mededeelzaam; babbelziek; loslippig; kletserig; kletsgraag; babbelachtig
  2. pratsamt (pratsam)
    loslippig; babbelziek

Vertaal Matrix voor pratsamt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flapuit pratmakare
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
babbelachtig pratsam; pratsamt; snackigt
babbelziek pratsam; pratsamt; snackigt
indiscreet pratsam; pratsamt; snackigt framfusigt; indiskret; närgången
kletserig pratsam; pratsamt; snackigt
loslippig pratsam; pratsamt; snackigt
mededeelzaam pratsam; pratsamt; snackigt
praatgraag pratsam; pratsamt; snackigt
praatziek pratsam; pratsamt; snackigt
spraakzaam pratsam; pratsamt; snackigt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flapuit pratsam; pratsamt; snackigt
kletsgraag pratsam; pratsamt; snackigt

Computer vertaling door derden: