Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Vertaal polerat

Vertaal polerat van Zweeds naar Nederlands

Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. polerat:
  2. polera:
  3. Wiktionary:

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor polerat (Zweeds) in het Nederlands

polerat:

polerat bijvoeglijk naamwoord

  1. polerat (putsad; blankat; polerad; putsat)
    gepolijst; gepoetst; opgepoetst

Vertaal Matrix voor polerat:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gepoetst blankat; polerad; polerat; putsad; putsat
gepolijst blankat; polerad; polerat; putsad; putsat polerad
opgepoetst blankat; polerad; polerat; putsad; putsat

polerat vorm van polera:

polera werkwoord (polerar, polerade, polerat)

  1. polera (släta ut; jämna; jämna till)
    egaliseren; gelijkmaken; effenen; gladmaken
    • egaliseren werkwoord (egaliseer, egaliseert, egaliseerde, egaliseerden, geëgaliseerd)
    • gelijkmaken werkwoord (maak gelijk, maakt gelijk, maakte gelijk, maakten gelijk, gelijk gemaakt)
    • effenen werkwoord (effen, effent, effende, effenden, geëffend)
    • gladmaken werkwoord (maak glad, maakt glad, maakte glad, maakten glad, gladgemaakt)
  2. polera (slipa av)
    gladmaken; gladwrijven
    • gladmaken werkwoord (maak glad, maakt glad, maakte glad, maakten glad, gladgemaakt)
    • gladwrijven werkwoord (wrijf glad, wrijft glad, wreef glad, wreven glad, gladgewreven)
  3. polera (putsa; bona; blanka; glätta)
    wrijven; poetsen; oppoetsen; opblinken; opwrijven
    • wrijven werkwoord (wrijf, wrijft, wreef, wreven, gewreven)
    • poetsen werkwoord (poets, poetst, poetste, poetsten, gepoetst)
    • oppoetsen werkwoord (poets op, poetst op, poetste op, poetsten op, opgepoetst)
    • opblinken werkwoord (blink op, blinkt op, blonk op, blonken op, opgeblonken)
    • opwrijven werkwoord (wrijf op, wrijft op, wreef op, wreven op, opgewreven)
  4. polera (damma av)
    polijsten
    • polijsten werkwoord (polijst, polijstte, polijstten, gepolijst)
  5. polera
    politoeren
    • politoeren werkwoord (politoer, politoert, politoerde, politoerden, gepolitoerd)
  6. polera (klara; slipa bort)
    uitslijpen; wegslijpen
    • uitslijpen werkwoord (slijp uit, slijpt uit, sleep uit, slepen uit, uitgeslepen)
    • wegslijpen werkwoord (slijp weg, slijpt weg, sleep weg, slepen weg, weggeslepen)

Conjugations for polera:

presens
  1. polerar
  2. polerar
  3. polerar
  4. polerar
  5. polerar
  6. polerar
imperfekt
  1. polerade
  2. polerade
  3. polerade
  4. polerade
  5. polerade
  6. polerade
framtid 1
  1. kommer att polera
  2. kommer att polera
  3. kommer att polera
  4. kommer att polera
  5. kommer att polera
  6. kommer att polera
framtid 2
  1. skall polera
  2. skall polera
  3. skall polera
  4. skall polera
  5. skall polera
  6. skall polera
conditional
  1. skulle polera
  2. skulle polera
  3. skulle polera
  4. skulle polera
  5. skulle polera
  6. skulle polera
perfekt particip
  1. har polerat
  2. har polerat
  3. har polerat
  4. har polerat
  5. har polerat
  6. har polerat
imperfekt particip
  1. hade polerat
  2. hade polerat
  3. hade polerat
  4. hade polerat
  5. hade polerat
  6. hade polerat
blandad
  1. polera!
  3. polera!
  5. polerad
  6. polerande
1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de

Vertaal Matrix voor polera:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gelijkmaken jämna ut
wegslijpen malning; slipande
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
effenen jämna; jämna till; polera; släta ut göra upp; jämna; klara upp; plana; platta ut; slå sig ner; stadga sig
egaliseren jämna; jämna till; polera; släta ut göra upp; klara upp; slå sig ner; stadga sig
gelijkmaken jämna; jämna till; polera; släta ut göra jämn; jämna; släta ut; utjämna
gladmaken jämna; jämna till; polera; slipa av; släta ut
gladwrijven polera; slipa av
opblinken blanka; bona; glätta; polera; putsa
oppoetsen blanka; bona; glätta; polera; putsa
opwrijven blanka; bona; glätta; polera; putsa
poetsen blanka; bona; glätta; polera; putsa
polijsten damma av; polera
politoeren polera
uitslijpen klara; polera; slipa bort
wegslijpen klara; polera; slipa bort
wrijven blanka; bona; glätta; polera; putsa

Synoniemen voor "polera":


Wiktionary: polera

Cross Translation:
FromToVia
• polera → polijsten; poetsen; oppoetsen ↔ polish — make a surface smooth or shiny
• polera → oppoetsen ↔ polish — refine; improve imperfections from
• polera → opblinken; polieren ↔ shine — to polish







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0441 seconde
Page rendered in 1.0 seconds