Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. plikt:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor plikt (Zweeds) in het Nederlands

plikt:

plikt [-en] zelfstandig naamwoord

  1. plikt (tjänst; tjänstgöring; skatt; afgivt)
    de plicht
    • plicht [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. plikt (obligation)
    de verbintenis; de verplichting

Vertaal Matrix voor plikt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plicht afgivt; plikt; skatt; tjänst; tjänstgöring
verbintenis obligation; plikt
verplichting obligation; plikt

Synoniemen voor "plikt":


Wiktionary: plikt


Cross Translation:
FromToVia
plikt plicht duty — that which one is morally or legally obligated to do
plikt bekeuring; proces-verbaal; boete; geldboete; notulen; protocol procès-verbalacte par lequel un gendarme,un policier, un garde champêtre, etc., constater une contravention, un délit.

Verwante vertalingen van plikt