Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. piss:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor piss (Zweeds) in het Nederlands

piss:

piss [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. piss (urin)
    de zeik; de pis; de urine
    • zeik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pis [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • urine [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor piss:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pis piss; urin
urine piss; urin
zeik piss; urin

Wiktionary: piss


Cross Translation:
FromToVia
piss pis piss — urine
piss pis; urine wee — urine

Computer vertaling door derden: