Zweeds

Uitgebreide vertaling voor passion (Zweeds) in het Nederlands

passion:

passion [-en] zelfstandig naamwoord

  1. passion
    de passie; de hartstocht; de drift; het vuur
    • passie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • hartstocht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • drift [de ~] zelfstandig naamwoord
    • vuur [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. passion
    de passie; de hartstocht; de overgave; de vurigheid; hartstochtelijkheid; het vuur; de gloed
  3. passion (hängivenhet; lidelse)
    de toewijding; de devotie; de overgave; de inzet; toegewijdheid; de trouw; de zorgzaamheid; de genegenheid; de ijver
  4. passion (besattning av)
    de obsessie; de bezetenheid
  5. passion (lust; begär)
    de lust; het genot; de drift; het genoegen; de wellust
    • lust [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • genot [het ~] zelfstandig naamwoord
    • drift [de ~] zelfstandig naamwoord
    • genoegen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • wellust [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor passion:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bezetenheid besattning av; passion
devotie hängivenhet; lidelse; passion
drift begär; lust; passion ansättande; avdrift; begär; boskapsdrivning; boskapsspår; boskapsstig; drift; krävande; lust; sexlust; starkt behov; ström; strömning; tillmanande
genegenheid hängivenhet; lidelse; passion benägenhet; böjelse; böjning; inklination; kärlek; lutning; tillgivenhet
genoegen begär; lust; passion behag; glädje; njutning; nöje; tillfredställd; upptåg; vara nöjd med; åtnjutande
genot begär; lust; passion förtjusning; glädje; lycka; njutning; nöje; upptåg
gloed passion eldighet; fart; glans; glöd; glödeffekt; iver; ljuskraft; schvung; sken; skimmer; stråle; värme
hartstocht passion
hartstochtelijkheid passion
ijver hängivenhet; lidelse; passion arbetsiver
inzet hängivenhet; lidelse; passion användning; början; insatser; mål; målsättning; spelpengar; syfte; tillämpning
lust begär; lust; passion aptit; glädje; hunger; kravande; kåthet; lust; längtan; nöje; sexlust; upptåg; önska
obsessie besattning av; passion anfäktelse; fixering
overgave hängivenhet; lidelse; passion kapitulation
passie passion
toegewijdheid hängivenhet; lidelse; passion
toewijding hängivenhet; lidelse; passion
trouw hängivenhet; lidelse; passion lojalitet
vurigheid passion disposition; natur; temperament
vuur passion brand; brasa; eld; eldighet; fart; flammor; iver; schvung; stockeld; vedeld
wellust begär; lust; passion sensuell
zorgzaamheid hängivenhet; lidelse; passion
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
trouw lojal; lojalt; trofast; troget

Synoniemen voor "passion":


Wiktionary: passion


Cross Translation:
FromToVia
passion bevlogenheid Leidenschaftemotional sehr starke Begeisterung für ein bestimmtes Thema, Hobby, eine Arbeit oder Aktion
passion passie; verslaving; verwoedheid; hartstocht; lust; roes passion — désuet|fr Grandes douleurs, souffrance.