Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. pack:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor pack (Zweeds) in het Nederlands

pack:

pack [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. pack (pöbel; slödder; patrask)
    het canaille
    • canaille [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. pack (slödder; patrask)
    het plebs; het gepeupel; het rapaille; de grauw
    • plebs [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gepeupel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rapaille [het ~] zelfstandig naamwoord
    • grauw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. pack (slödder; patrask)
    de janhagel
    • janhagel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pack:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
canaille pack; patrask; pöbel; slödder
gepeupel pack; patrask; slödder
grauw pack; patrask; slödder grymtning; morrning
janhagel pack; patrask; slödder
plebs pack; patrask; slödder
rapaille pack; patrask; slödder
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grauw askgrå; askgrått; otröstlig; otröstligt; tröstlöst

Synoniemen voor "pack":


Wiktionary: pack


Cross Translation:
FromToVia
pack janhagel Janhagelabwertend: unterste Gesellschaftsschicht
pack doerak Kanaillekein Plural, veraltet: Menschenmenge aus heruntergekommenen oder zwielichtigen Personen