Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. på:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor (Zweeds) in het Nederlands

på:

bijvoeglijk naamwoord

  1. aan
    • aan bijvoeglijk naamwoord
  2. erop; bij; erbij
  3. (hos; till)
    à
    • à bijvoeglijk naamwoord
  4. (hos)
    bij de
    • bij de bijvoeglijk naamwoord

  1. (vid; åt; i)

Vertaal Matrix voor :

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bij bi; honungsbi
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erbij
erop
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
bij i; ; vid; åt
te i; ; vid; åt
ter i; ; vid; åt
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
via i; ; vid; åt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aan
bij
bij de hos;
te inne
à hos; ; till

Synoniemen voor "på":


Wiktionary:


Cross Translation:
FromToVia
maandag Monday — on Monday
omheen; in de buurt; bij about — in the immediate neighborhood of
op at — in the direction of
op; bij at — in or very near a particular place
luisteren; naar listen — to pay attention to a sound
actief; op; aan on — in the state of being active, functioning or operating
op on — positioned at the upper surface of
op on — at the date of
bij; aan on — touching; hanging from
nemen take — to get into one's possession
aan anPräposition des Ortes; mit dem Dativ (zur Anzeige der Lage): bestimmt einen Ort, mit dem etw. in Berührung ist
aan; aangaande; betreffende; bij; met; over; van; in; jegens; om; op; te; tot; voor; binnen; per; naar; tegen enTraductions à trier suivant le sens

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van