Ostadig in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

ostadig:
- wiebelig; onstabiel; insolide; variërend; variabel; veranderlijk; inconsistent; schommelend; beverig; wankelend; wankelbaar; rank; los; wankel; onvast
Wiktionary:
- ostadig → veranderlijk, variabel, schommelend, wisselend, onbestendig

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor ostadig (Zweeds) in het Nederlands

ostadig (ostadigt)
wiebelig
- wiebelig bijvoeglijk naamwoord
ostadig (ostadigt)
onstabiel
- onstabiel bijvoeglijk naamwoord
ostadig (instabil; ostadigt; bräckligt; instabilt)
insolide
- insolide bijvoeglijk naamwoord
ostadig (variabel; ostadigt; föränderlig; ombytligt; föränderligt; växlandet)
variërend; variabel
- variërend bijvoeglijk naamwoord
- variabel bijvoeglijk naamwoord
ostadig (instabilt; ostadigt)
veranderlijk; inconsistent
- veranderlijk bijvoeglijk naamwoord
- inconsistent bijvoeglijk naamwoord
ostadig (gungande; ostadigt; svajande)
schommelend
- schommelend bijvoeglijk naamwoord
ostadig (darrande; ostadigt; skakigt)
beverig
- beverig bijvoeglijk naamwoord
ostadig (vingligt; raglande; ostadigt)
wankelend; wankelbaar; rank; los; wankel; onvast
- wankelend bijvoeglijk naamwoord
- wankelbaar bijvoeglijk naamwoord
- rank bijvoeglijk naamwoord
- los bijvoeglijk naamwoord
- wankel bijvoeglijk naamwoord
- onvast bijvoeglijk naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
rank		hårlock; hårtest; klänge; ranka
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beverig	darrande; ostadig; ostadigt; skakigt	skakig; skakigt
inconsistent	instabilt; ostadig; ostadigt	följdvidrigt; inkonsekvent; osammanhängande; osammanhängandet
los	ostadig; ostadigt; raglande; vingligt	flyttbar; flyttbart; lätt söndersmulad; lös; löst; ospänd; rörligt; skör; skört; slapp
onstabiel	ostadig; ostadigt
onvast	ostadig; ostadigt; raglande; vingligt	osäker; osäkert
rank	ostadig; ostadigt; raglande; vingligt	liten; litet; rank figur; smalt
variabel	föränderlig; föränderligt; ombytligt; ostadig; ostadigt; variabel; växlandet
veranderlijk	instabilt; ostadig; ostadigt	inte uppklarad; inte uppklarat
wankel	ostadig; ostadigt; raglande; vingligt	fallfärdig; fallfärdigt; ledsvagt; rankigt; skrangligt; skrovligt; skröplig; sönderriven; sönderrivet
wankelbaar	ostadig; ostadigt; raglande; vingligt
wiebelig	ostadig; ostadigt
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
insolide	bräckligt; instabil; instabilt; ostadig; ostadigt
schommelend	gungande; ostadig; ostadigt; svajande
variërend	föränderlig; föränderligt; ombytligt; ostadig; ostadigt; variabel; växlandet	ombytlig; ombytligt; variabel; variabelt
wankelend	ostadig; ostadigt; raglande; vingligt

Cross Translation:

From	To	Via
• ostadig	→ veranderlijk; variabel; schommelend; wisselend; onbestendig	↔ variable — likely to vary