Ordning in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

ordning:
- bestel; samenstel; discipline; onderwerping; gehoorzaamheid; orde; dwang; tucht; opeenvolging; aaneenschakeling; netheid; keurigheid; ordelijkheid; onberispelijkheid
Wiktionary:
- ordning → orde, volgorde

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor ordning (Zweeds) in het Nederlands

ordning (rådande ordning)
de bestel; het samenstel
- bestel [de ~] zelfstandig naamwoord
- samenstel [het ~] zelfstandig naamwoord
ordning (disciplin; beslutsamhet)
de discipline; de onderwerping; de gehoorzaamheid; de orde; de dwang; de tucht
- discipline [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onderwerping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gehoorzaamheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- orde [de ~] zelfstandig naamwoord
- dwang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- tucht [de ~] zelfstandig naamwoord
ordning (följd; rad; serie)
de opeenvolging; de aaneenschakeling
- opeenvolging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- aaneenschakeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
ordning (ordentlighet)
de netheid; de keurigheid; de ordelijkheid; de onberispelijkheid
- netheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- keurigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ordelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onberispelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aaneenschakeling	följd; ordning; rad; serie	följd; kedja; rad; räcka; sekvens; serie; sträng
bestel	ordning; rådande ordning
discipline	beslutsamhet; disciplin; ordning	forskardisciplin
dwang	beslutsamhet; disciplin; ordning	pression; tryck
gehoorzaamheid	beslutsamhet; disciplin; ordning	foglighet; lydnad; undergivenhet
keurigheid	ordentlighet; ordning	aktningsvärdig; fullkomlighet; fulländning; ofelbarhet
netheid	ordentlighet; ordning	aktningsvärdig; fullkomlighet; fulländning; ofelbarhet; renhet; städat
onberispelijkheid	ordentlighet; ordning	fullkomlighet; fulländning; ofelbarhet
onderwerping	beslutsamhet; disciplin; ordning	foglighet; lydnad; undergivenhet
opeenvolging	följd; ordning; rad; serie
orde	beslutsamhet; disciplin; ordning	cirkel; förbund; förening; föreskrift; gille; klubb; krets; ordination; preskription; recept; regelbundenhet; regelmässighet; samfund; sammanslutning; social klass; stadgande; sällskap; åläggande
ordelijkheid	ordentlighet; ordning	fullkomlighet; fulländning; ofelbarhet
samenstel	ordning; rådande ordning
tucht	beslutsamhet; disciplin; ordning

Cross Translation:

From	To	Via
• ordning	→ orde	↔ Orden — veraltet: Reihenfolge, Ordnung
• ordning	→ orde	↔ Reihenfolge — geregelte, ordnungsgemäße Aufeinanderfolge
• ordning	→ volgorde	↔ order — arrangement, disposition
• ordning	→ orde	↔ order — good arrangement