Olycka in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Remove Ads

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

olycka:
- moeilijkheden; ongeluk; ellende; ramp; onheil; malheur; tegenslag; rampspoed; terugslag; pech; onspoed; tegenspoed; ongeval; terugslagen; ondergang; debacle; tenondergang; teloorgang; val; noodlottigheid
Wiktionary:
- olycka → ongeval, ongeluk, tegenslag, ongelukkigheid, pech

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor olycka (Zweeds) in het Nederlands

olycka:

olycka [-en] zelfstandig naamwoord

olycka (elakt; skadlig; skadligt)
moeilijkheden; ongeluk; ellende; ramp; onheil; malheur; tegenslag; rampspoed; terugslag; pech; onspoed; tegenspoed
- moeilijkheden [znw.] zelfstandig naamwoord
- ongeluk [znw.] zelfstandig naamwoord
- ellende [znw.] zelfstandig naamwoord
- ramp [znw.] zelfstandig naamwoord
- onheil [znw.] zelfstandig naamwoord
- malheur [znw.] zelfstandig naamwoord
- tegenslag [znw.] zelfstandig naamwoord
- rampspoed [znw.] zelfstandig naamwoord
- terugslag [znw.] zelfstandig naamwoord
- pech [znw.] zelfstandig naamwoord
- onspoed [znw.] zelfstandig naamwoord
- tegenspoed [znw.] zelfstandig naamwoord
olycka
het ongeluk; het ongeval
- ongeluk [het ~] zelfstandig naamwoord
- ongeval [het ~] zelfstandig naamwoord
olycka (motgång; elände; motighet)
de tegenslag; de moeilijkheden; het ongeluk; de rampspoed; de tegenspoed; het malheur; de pech; het onheil; de ramp; de ellende; terugslagen; onspoed
- tegenslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- moeilijkheden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- ongeluk [het ~] zelfstandig naamwoord
- rampspoed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- tegenspoed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- malheur [het ~] zelfstandig naamwoord
- pech [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- onheil [het ~] zelfstandig naamwoord
- ramp [de ~] zelfstandig naamwoord
- ellende [de ~] zelfstandig naamwoord
- terugslagen [znw.] zelfstandig naamwoord
- onspoed [znw.] zelfstandig naamwoord
olycka (nedfall; fördärv; undergång; skyfall)
de ondergang; de debacle; tenondergang; de teloorgang; de val
- ondergang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- debacle [de ~] zelfstandig naamwoord
- tenondergang [znw.] zelfstandig naamwoord
- teloorgang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- val [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
olycka (fatalitet)
de noodlottigheid
- noodlottigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
olycka (katastrof)
de ramp; de rampspoed
- ramp [de ~] zelfstandig naamwoord
- rampspoed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor olycka:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
debacle	fördärv; nedfall; olycka; skyfall; undergång	fall; kollaps
ellende	elakt; elände; motgång; motighet; olycka; skadlig; skadligt	elände; fattigdom
malheur	elakt; elände; motgång; motighet; olycka; skadlig; skadligt
moeilijkheden	elakt; elände; motgång; motighet; olycka; skadlig; skadligt	problem
noodlottigheid	fatalitet; olycka	olyckligt
ondergang	fördärv; nedfall; olycka; skyfall; undergång
ongeluk	elakt; elände; motgång; motighet; olycka; skadlig; skadligt	förstämning; missmod; modfälldhet; modstulenhet; nedslagenhet
ongeval	olycka
onheil	elakt; elände; motgång; motighet; olycka; skadlig; skadligt	katastrof; svår olycka
onspoed	elakt; elände; motgång; motighet; olycka; skadlig; skadligt
pech	elakt; elände; motgång; motighet; olycka; skadlig; skadligt
ramp	elakt; elände; katastrof; motgång; motighet; olycka; skadlig; skadligt	katastrof; katastroph; svår olycka
rampspoed	elakt; elände; katastrof; motgång; motighet; olycka; skadlig; skadligt
tegenslag	elakt; elände; motgång; motighet; olycka; skadlig; skadligt
tegenspoed	elakt; elände; motgång; motighet; olycka; skadlig; skadligt
teloorgang	fördärv; nedfall; olycka; skyfall; undergång
tenondergang	fördärv; nedfall; olycka; skyfall; undergång
terugslag	elakt; olycka; skadlig; skadligt	besvikelse; studsa tillbaka
terugslagen	elände; motgång; motighet; olycka
val	fördärv; nedfall; olycka; skyfall; undergång	avtagande; bakhåll; falla; förfall; försåt; landa; nedgång; störta

Synoniemen voor "olycka":

incident; haveri; olyckshändelse; misär; missöde

Wiktionary: olycka

Cross Translation:

From	To	Via
• olycka	→ ongeval; ongeluk	↔ accident — unexpected event with negative consequences
• olycka	→ tegenslag	↔ misfortune — an undesirable event such as an accident
• olycka	→ ongelukkigheid	↔ unhappiness — feeling of not being happy
• olycka	→ pech; tegenslag	↔ Pech — ohne Plural: Misserfolg, unglücklicher Zufall

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van olycka

Remove Ads

Vertaal olycka van Zweeds naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor olycka (Zweeds) in het Nederlands

olycka:

olycka [-en] zelfstandig naamwoord

olycka (elakt; skadlig; skadligt)

olycka

olycka (motgång; elände; motighet)

olycka (nedfall; fördärv; undergång; skyfall)

olycka (fatalitet)

olycka (katastrof)

Vertaal Matrix voor olycka:

Synoniemen voor "olycka":

Wiktionary: olycka

Verwante vertalingen van olycka