Zweeds
Uitgebreide vertaling voor olustig (Zweeds) in het Nederlands
olustig:
-
olustig (olustigt)
-
olustig (obekväm; obehagligt; obekvämt; olustigt)
oncomfortabel; ongemakkelijk; ongerieflijk-
oncomfortabel bijvoeglijk naamwoord
-
ongemakkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
ongerieflijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
olustig
Vertaal Matrix voor olustig:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lauwheid | olustig | |
lusteloosheid | olustig | |
ongeanimeerdheid | olustig | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lusteloos | olustig; olustigt | avmattad; avmattat; lustlöst; matt; slappt; slö; slött |
oncomfortabel | obehagligt; obekväm; obekvämt; olustig; olustigt | |
ongemakkelijk | obehagligt; obekväm; obekvämt; olustig; olustigt | hindersam; hindersamt; illa till mods; oangenämt; obehaglig; obehagligt; obekvämt; svår; svårt |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ongerieflijk | obehagligt; obekväm; obekvämt; olustig; olustigt |