Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. okunnig:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor okunnig (Zweeds) in het Nederlands

okunnig:

okunnig bijvoeglijk naamwoord

  1. okunnig (obildat; olärt; olärd; okunnigt)
    onwetend
  2. okunnig (hjälplös; hjälplöst; omäktigt; okunnigt)
    onmachtig; machteloos
  3. okunnig (inkompetent; okvalificerat; okunnigt)
    onbevoegd; incompetent

okunnig zelfstandig naamwoord

  1. okunnig (ovetenhet)
    de onwetendheid; onkundigheid; de onkunde

Vertaal Matrix voor okunnig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onkunde okunnig; ovetenhet
onkundigheid okunnig; ovetenhet
onwetendheid okunnig; ovetenhet dumhet; enfald
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
incompetent inkompetent; okunnig; okunnigt; okvalificerat inkapabel; inkapabelt; inkompetent
machteloos hjälplös; hjälplöst; okunnig; okunnigt; omäktigt
onbevoegd inkompetent; okunnig; okunnigt; okvalificerat
onmachtig hjälplös; hjälplöst; okunnig; okunnigt; omäktigt hjälplös; hjälplöst; kraftlöst; vanmäktig; vanmäktigt
onwetend obildat; okunnig; okunnigt; olärd; olärt

Synoniemen voor "okunnig":

  • ovetande

Wiktionary: okunnig


Cross Translation:
FromToVia
okunnig onwetend; ignorant ignorant — characterized by ignorance