Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ofta:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor ofta (Zweeds) in het Nederlands

ofta:

ofta bijvoeglijk naamwoord

  1. ofta
    veel
    • veel bijvoeglijk naamwoord
  2. ofta
    frequentatief
  3. ofta (regelbundet; systematisk; frekvent)
    regelmatig; met vast ritme; geregeld

Vertaal Matrix voor ofta:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frequentatief ofta
geregeld frekvent; ofta; regelbundet; systematisk arrangerad; arrangerat; ordnat; organiserad; organiserat; på regelbundna tider; regelbundet; regelmässig; regelmässigt; reguljärt
regelmatig frekvent; ofta; regelbundet; systematisk på regelbundna tider; regelbunden; regelbundet; regelmässig; regelmässigt; reguljärt
veel ofta
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
regelmatig frekvent
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
met vast ritme frekvent; ofta; regelbundet; systematisk

Synoniemen voor "ofta":


Wiktionary: ofta

ofta
adverb
  1. veel maal
  2. vele malen

Cross Translation:
FromToVia
ofta vaak; veel a lot — often
ofta vaak; dikwijls often — frequently, many times
ofta veelvuldig; talrijk; vaak; dikwijls häufig — vielfach vorkommend, viele Male, immer wieder auftretend
ofta vaak oftwie oft? wieviele Male?
ofta vaak; dikwijls oft — in vielen Fällen
ofta vaak; dikwijls oft — viele Male (zu verschiedenen Zeiten)
ofta vaak oftwie oft? in welchen Zeitabständen?

Verwante vertalingen van ofta