Zweeds
Uitgebreide vertaling voor obestridligt (Zweeds) in het Nederlands
obestridligt:
-
obestridligt (säkert; säker)
onweerlegbaar; vast en zeker-
onweerlegbaar bijvoeglijk naamwoord
-
vast en zeker bijvoeglijk naamwoord
-
-
obestridligt (oförneklig; oförnekligt)
-
obestridligt (oemotsäglig; oemotsägligt; oomtvistligt; odiskutabelt; odiskutabel)
onomstotelijk; onweerlegbaar-
onomstotelijk bijvoeglijk naamwoord
-
onweerlegbaar bijvoeglijk naamwoord
-
-
obestridligt (obestridlig)
onbetwistbaar; onaanvechtbaar-
onbetwistbaar bijvoeglijk naamwoord
-
onaanvechtbaar bijvoeglijk naamwoord
-
-
obestridligt (obestridlig; otvivlat)
ongetwijfeld; zeker; vast en zeker; welzeker; waarachtig; beslist; voorzeker; heus; gewis; geheid; waarlijk-
ongetwijfeld bijwoord
-
zeker bijvoeglijk naamwoord
-
vast en zeker bijvoeglijk naamwoord
-
welzeker bijwoord
-
waarachtig bijvoeglijk naamwoord
-
beslist bijvoeglijk naamwoord
-
voorzeker bijwoord
-
heus bijvoeglijk naamwoord
-
gewis bijvoeglijk naamwoord
-
geheid bijvoeglijk naamwoord
-
waarlijk bijwoord
-