Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. oansenlig:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor oansenlig (Zweeds) in het Nederlands

oansenlig:

oansenlig bijvoeglijk naamwoord

  1. oansenlig (oansenligt)
    onooglijk; verlopen
  2. oansenlig (oansenligt; inte framträdande)
    onopvallend

Vertaal Matrix voor oansenlig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verlopen upphörd att gälla
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verlopen förgå; gå förbi; hända; passera; ske
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onooglijk oansenlig; oansenligt ful; fult; vanprydandet; vanskaplig; vanskapligt
onopvallend inte framträdande; oansenlig; oansenligt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verlopen oansenlig; oansenligt förfallet; förfluten; förflutet; i trasor; malätet; ovårdat; raggigt; ruggig; ruggigt; sjaskig; sjaskigt; utgången; utgånget; utsliten; utslitet

Synoniemen voor "oansenlig":


Wiktionary: oansenlig


Cross Translation:
FromToVia
oansenlig onopvallend inconspicuous — not prominent or easily noticeable