Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. nödlidande:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor nödlidande (Zweeds) in het Nederlands

nödlidande:

nödlidande bijvoeglijk naamwoord

  1. nödlidande
    arm; behoeftig; minvermogend; kommerlijk; armoedig; onvermogend; noodlijdend; armelijk
  2. nödlidande (utblottad)
    straatarm; berooid; doodarm

Vertaal Matrix voor nödlidande:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arm armstöd
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arm nödlidande dålig; dåligt; fattig; fattigt; undermåligt
armelijk nödlidande schabbigt
armoedig nödlidande drabbad av fattighet; i trasor; lumpig; lumpigt; ovårdat; raggigt; ruggig; ruggigt; schabbigt
behoeftig nödlidande
berooid nödlidande; utblottad fattig; fattigt; knapert
doodarm nödlidande; utblottad
kommerlijk nödlidande oroad
minvermogend nödlidande
noodlijdend nödlidande
onvermogend nödlidande obemedlad; obemedlat
straatarm nödlidande; utblottad utarmad; utfattig

Wiktionary: nödlidande


Cross Translation:
FromToVia
nödlidande armlastig nécessiteux — Qui est dans l’indigence, dans le dénuement, qui est réduit à la nécessité.

Computer vertaling door derden: