Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. modul:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor modul (Zweeds) in het Nederlands

modul:

modul [-en] zelfstandig naamwoord

  1. modul (måttenhet)
    de module
    • module [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor modul:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
module modul; måttenhet snapin-modul

Synoniemen voor "modul":


Wiktionary: modul


Cross Translation:
FromToVia
modul module Modul — eine technische oder organisatorische Einheit, die mit anderen Einheiten zu einem höherwertigen Ganzen zusammengefügt werden kann. Auch Bauteil eines Baukastensystems

Verwante vertalingen van modul