Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ministerium:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor ministerium (Zweeds) in het Nederlands

ministerium:

ministerium zelfstandig naamwoord

  1. ministerium (departement)
    het ministerie; de departement
  2. ministerium (avdelning; institution; område; fack; departement)
    bestuursgebied; het ambtsgebied
  3. ministerium
    het ministerie

Vertaal Matrix voor ministerium:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ambtsgebied avdelning; departement; fack; institution; ministerium; område
bestuursgebied avdelning; departement; fack; institution; ministerium; område
departement departement; ministerium avdelning; departement; domsrätt; förvaltningsområde; institution; jurisdiktion; sektion
ministerie departement; ministerium

Synoniemen voor "ministerium":


Wiktionary: ministerium


Cross Translation:
FromToVia
ministerium ministerie Ministerium — oberste Behörde eines Staates unter der Leitung eines Ministers
ministerium ministerie Ministerium — ein Gebäude, in dem [1] seinen Sitz hat