Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. mes:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor mes (Zweeds) in het Nederlands

mes:

mes [-en] zelfstandig naamwoord

  1. mes
    de huismus
    • huismus [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. mes (fegis; hare; rookie)
    de lafaard; het groentje; de melkmuil; de lafbek
    • lafaard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • groentje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • melkmuil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lafbek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. mes (vekling; fegis; svag person)
    de zwakkeling
  4. mes (fegis)
    de angsthaas; de bangerd; de bangerik; de hazenpoot
    • angsthaas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bangerd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bangerik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hazenpoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
angsthaas fegis; mes
bangerd fegis; mes
bangerik fegis; mes
groentje fegis; hare; mes; rookie gröngöling; novis; nybörjare; nykomling; rookie
hazenpoot fegis; mes
huismus mes stanna hemma
lafaard fegis; hare; mes; rookie
lafbek fegis; hare; mes; rookie
melkmuil fegis; hare; mes; rookie
zwakkeling fegis; mes; svag person; vekling

Synoniemen voor "mes":


Wiktionary: mes

mes
noun
  1. Paridae, een kleine weinig schuwe zangvogel

Cross Translation:
FromToVia
mes lafaard; watje; slapjanus coward — a person who lacks courage
mes mees tit — a small passerine bird of the genus Parus or the family Paridae
mes mees Meiseim Singular: ein Vertreter der Meisen; ein kleiner, im Sommer insektenfressender, im Winter körnerfressender Singvogel
mes mees mésange — ornithol|nocat Petit oiseau passereau, actif, au bec court, de forme assez trapue, qui est remarquable par sa forme élégante et son plumage varié.