Matta in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

matta:
- tapijt; karpet; vloerkleed; mat; matje; onderlegger; onderzetter; placemat; tafelmatje; vloerbedekking; tapijtje; zinkstuk; kelkenbakje; tapijten; kleed
Wiktionary:
- matta → tapijt
- matta → tapijt, vloerkleed, mat, deurmat, onderlegger, placemat, turnmat

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor matta (Zweeds) in het Nederlands

matta (större mjuk matta)
het tapijt; het karpet; het vloerkleed
- tapijt [het ~] zelfstandig naamwoord
- karpet [het ~] zelfstandig naamwoord
- vloerkleed [het ~] zelfstandig naamwoord
matta
de mat; het matje; de onderlegger; de onderzetter; de placemat; het tafelmatje
- mat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- matje [het ~] zelfstandig naamwoord
- onderlegger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- onderzetter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- placemat [de ~] zelfstandig naamwoord
- tafelmatje [het ~] zelfstandig naamwoord
matta
het tapijt; de vloerbedekking; het tapijtje
- tapijt [het ~] zelfstandig naamwoord
- vloerbedekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- tapijtje [het ~] zelfstandig naamwoord
matta
het zinkstuk
- zinkstuk [het ~] zelfstandig naamwoord
matta
het kelkenbakje; de onderzetter
- kelkenbakje [het ~] zelfstandig naamwoord
- onderzetter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
matta
de tapijten
- tapijten [de ~] zelfstandig naamwoord
matta (störe mjuk matta)
de kleed
- kleed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
karpet	matta; större mjuk matta
kelkenbakje	matta
kleed	matta; störe mjuk matta
mat	matta	dörrmatta; gräs; gräsbevuxen yta; gräsmarker; ängsmarker
matje	matta
onderlegger	matta
onderzetter	matta
placemat	matta
tafelmatje	matta
tapijt	matta; större mjuk matta
tapijten	matta
tapijtje	matta
vloerbedekking	matta
vloerkleed	matta; större mjuk matta
zinkstuk	matta
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
mat		avmattad; avmattat; blekt; dåsigt; färglös; färglöst; glanslös; glanslöst; grått; kraftlöst; lustlöst; mattade; mattat; missmodig; missmodigt; mulen; mulet; trött; yrvaken; yrvaket

matta

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• matta	→ tapijt; vloerkleed	↔ carpet — A fabric used as a floor covering
• matta	→ tapijt	↔ carpet — Any surface or cover resembling a carpet or fulfulling its function
• matta	→ mat; deurmat	↔ mat — foot wiping device or floor covering
• matta	→ mat; onderlegger; placemat	↔ mat — protector
• matta	→ mat; turnmat	↔ mat — athletics: protective pad
• matta	→ tapijt	↔ rug — small carpet
• matta	→ vloerkleed; tapijt	↔ Teppich — Fußbodenbelag aus Stoff