Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Vertaal lokal

Vertaal lokal van Zweeds naar Nederlands

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

lokal:
- lokaal; plaatselijk; hier en daar; binnenlands; on-premises
- faciliteit
Wiktionary:
- lokal → inheems, perceel

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor lokal (Zweeds) in het Nederlands

lokal:

lokal bijvoeglijk naamwoord

lokal (här och där)
lokaal; plaatselijk; hier en daar
- lokaal bijvoeglijk naamwoord
- plaatselijk bijvoeglijk naamwoord
- hier en daar bijvoeglijk naamwoord
lokal
binnenlands
- binnenlands bijvoeglijk naamwoord
lokal
on-premises
- on-premises bijvoeglijk naamwoord

lokal

lokal
de faciliteit
- faciliteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lokal:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
faciliteit	lokal	flinkhet; färdighet; ledighet; lätthet
lokaal		klassrum
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
binnenlands	lokal	hus-
lokaal	här och där; lokal
on-premises	lokal
plaatselijk	här och där; lokal
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hier en daar	här och där; lokal

Synoniemen voor "lokal":

rum; ställe; sal

Wiktionary: lokal

Cross Translation:

From	To	Via
• lokal	→ inheems	↔ einheimisch — zu einer Region, einem Ort (im eigentlichen Sinne zu einem Heim, zu einer Heimat) gehörig, in dieser Region, diesem Ort geboren, zu Hause sein
• lokal	→ perceel	↔ premise — piece of real estate

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van lokal