Zweeds
Uitgebreide vertaling voor livligt (Zweeds) in het Nederlands
livligt:
-
livligt (skämtsam; glad; angenäm; trevligt; behagligt)
-
livligt (energiskt; dynamiskt; livlig; dynamisk)
dynamisch; actief; energiek; beweeglijk; levendig-
dynamisch bijvoeglijk naamwoord
-
actief bijvoeglijk naamwoord
-
energiek bijvoeglijk naamwoord
-
beweeglijk bijvoeglijk naamwoord
-
levendig bijvoeglijk naamwoord
-
-
livligt (livaktig; glatt; livfullt; levnadsglatt; vitalt; livaktigt; glad; livfull)
vrolijk; levendig; levenslustig; opgewekt; monter; blij; dartel; blijmoedig; tierig; opgetogen-
vrolijk bijvoeglijk naamwoord
-
levendig bijvoeglijk naamwoord
-
levenslustig bijvoeglijk naamwoord
-
opgewekt bijvoeglijk naamwoord
-
monter bijvoeglijk naamwoord
-
blij bijvoeglijk naamwoord
-
dartel bijvoeglijk naamwoord
-
blijmoedig bijvoeglijk naamwoord
-
tierig bijvoeglijk naamwoord
-
opgetogen bijvoeglijk naamwoord
-
-
livligt (eldig; livlig; hetsigt; eldigt; brännande)
-
livligt (livlig; energiskt)
energiek; vief; levendig; vol fut; geanimeerd-
energiek bijvoeglijk naamwoord
-
vief bijvoeglijk naamwoord
-
levendig bijvoeglijk naamwoord
-
vol fut bijvoeglijk naamwoord
-
geanimeerd bijvoeglijk naamwoord
-
-
livligt (lekfull; livlig; lekfullt; ystert)
Vertaal Matrix voor livligt:
Computer vertaling door derden: