Overzicht
Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...
-
liten:
- klein; ondermaats; van geringe afmeting; weinig; minimaal; gering; miniem; minste; luttel; slank; dun; tenger; fijngebouwd; fijn; rank
-
Wiktionary:
- liten → klein
- liten → klein, onbeduidend, nietig, minuscuul, jong, petieterig, pietepeuterig
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor liten (Zweeds) in het Nederlands
liten:
-
liten (litet; underlägsen; obetydligt; underlägset)
klein; ondermaats; van geringe afmeting-
klein bijvoeglijk naamwoord
-
ondermaats bijvoeglijk naamwoord
-
van geringe afmeting bijvoeglijk naamwoord
-
-
liten (minimal; litet; minimalt; obetydlig; obetydligt)
-
liten (litet; smalt)
Vertaal Matrix voor liten:
Synoniemen voor "liten":
Wiktionary: liten
liten
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• liten | → klein | ↔ little — small in size |
• liten | → onbeduidend | ↔ petty — Little, trifling, or inconsiderable, as a petty fault |
• liten | → klein; nietig; minuscuul | ↔ small — not large |
• liten | → klein; jong | ↔ small — young |
• liten | → klein; petieterig; pietepeuterig | ↔ wee — small, little |
• liten | → klein | ↔ klein — von geringem Ausmaß |
• liten | → klein; nietig; minuscuul | ↔ petit — De taille réduite. |
• liten | → klein; jong | ↔ petit — Jeune. |