Zweeds
Uitgebreide vertaling voor lerig (Zweeds) in het Nederlands
lerig:
-
lerig (lerigt)
-
lerig (lerigt)
troebel; onzuiver; drabbig; troebelachtig-
troebel bijvoeglijk naamwoord
-
onzuiver bijvoeglijk naamwoord
-
drabbig bijvoeglijk naamwoord
-
troebelachtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
lerig (smuts)
Vertaal Matrix voor lerig:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
drek | lerig; smuts | avfall; hushållsavfall; hushållssopor; lort; skit; sopor |
prut | lerig; smuts | dy; gyttja; kaffesump; lera; slam; smuts; sörja |
smurrie | lerig; smuts | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
drabbig | lerig; lerigt | bekymrad; bekymrat; oroat; slaskigt; sluddrig; sluddrigt; smutsigt; smörjig; smörjigt |
lemen | lerig; lerigt | |
onzuiver | lerig; lerigt | bekymrad; bekymrat; oroat |
troebel | lerig; lerigt | bekymrad; bekymrat; dimmig; dimmigt; disig; disigt; oklar; oklart; oroat; otydligt; suddig; suddigt |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
troebelachtig | lerig; lerigt | bekymrad; bekymrat; oroat |