Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. larm:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor larm (Zweeds) in het Nederlands

larm:

larm [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. larm
    de alarminstallatie
  2. larm
    het alarmsignaal
  3. larm (buller)
    het misbaar
    • misbaar [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. larm (liv; oväsen; tumult; bräk)
    de stampei; de tamtam
    • stampei [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • tamtam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor larm:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alarminstallatie larm
alarmsignaal larm
misbaar buller; larm
stampei bräk; larm; liv; oväsen; tumult
tamtam bräk; larm; liv; oväsen; tumult
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
misbaar umbärlig; umbärligt

Synoniemen voor "larm":


Wiktionary: larm


Cross Translation:
FromToVia
larm alarm AlarmMilitär, Polizei, Feuerwehr: zur Frühwarnung oder bei Eintritt eines Schadensereignisses erfolgender Ruf zur Bereitschaft oder zur Warnung vor Gefahr

Verwante vertalingen van larm