Landskap in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

landskap:
- provincie; rechtsgebied; rayon; ressort; rijksonderdeel; gebied; gewest; landschap; land
Wiktionary:
- landskap → landschap, provincie

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor landskap (Zweeds) in het Nederlands

landskap (provins; län; region; zon; distrikt)
de provincie; het rechtsgebied; de rayon; het ressort; rijksonderdeel; het gebied; het gewest
- provincie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- rechtsgebied [het ~] zelfstandig naamwoord
- rayon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- ressort [het ~] zelfstandig naamwoord
- rijksonderdeel [znw.] zelfstandig naamwoord
- gebied [het ~] zelfstandig naamwoord
- gewest [het ~] zelfstandig naamwoord
landskap
het landschap; het land
- landschap [het ~] zelfstandig naamwoord
- land [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gebied	distrikt; landskap; län; provins; region; zon	distrikt; landsdel; lott; navigeringsplats; obebygdd tomt; område; place; region; utrymme; yta; zon
gewest	distrikt; landskap; län; provins; region; zon	landsdel; område; region
land	landskap	land; nation
landschap	landskap
provincie	distrikt; landskap; län; provins; region; zon	område; provins; region
rayon	distrikt; landskap; län; provins; region; zon	distrikt; grannskap; konstsiden; område; region; syntetiskt silke; territorium; zon
rechtsgebied	distrikt; landskap; län; provins; region; zon	domsrätt; jurisdiktion; territoriell domsrätt
ressort	distrikt; landskap; län; provins; region; zon	område; region
rijksonderdeel	distrikt; landskap; län; provins; region; zon
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
rayon		område

Cross Translation:

From	To	Via
• landskap	→ landschap	↔ Landschaft — Geografie: ein Teil der Erdoberfläche, der sich durch seine einzigartigen physischen und kulturellen Merkmale von der Umgebung abhebt.
• landskap	→ provincie	↔ province — A subdivision of government usually one step below the national level
• landskap	→ landschap	↔ paysage — géographie\|fr agri\|fr jardi\|fr étendue de territoire que l’on peut voir.