Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. läglig:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor läglig (Zweeds) in het Nederlands

läglig:

läglig bijvoeglijk naamwoord

  1. läglig (passande; lämpligt; praktisk; )
    gelegen; van pas

Vertaal Matrix voor läglig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gelegen fårmånligt; läglig; lägligt; lämpligt; passande; praktisk; praktiskt beläget; situerad; situerat
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
van pas fårmånligt; läglig; lägligt; lämpligt; passande; praktisk; praktiskt

Synoniemen voor "läglig":


Wiktionary: läglig


Cross Translation:
FromToVia
läglig doelmatig; gemakkelijk; geschikt; gepast; passend opportun — Qui est à propos, selon le temps et le lieu.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van läglig