Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kunskap (Zweeds) in het Nederlands

kunskap:

kunskap [-en] zelfstandig naamwoord

  1. kunskap (skicklighet; förmåga; färdighet)
    de kundigheid; de kunde
    • kundigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kunde [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. kunskap
    de wetenschap; weten
    • wetenschap [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • weten [znw.] zelfstandig naamwoord
  3. kunskap
  4. kunskap (rutin; erfarenhet; praktik)
    de ervaring; de praktijk; de routine
    • ervaring [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • praktijk [de ~] zelfstandig naamwoord
    • routine [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  5. kunskap (bekantskap; vetskap)
    de kennis; de bekende
    • kennis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • bekende [de ~] zelfstandig naamwoord
  6. kunskap (insikt)
    de gnosis
    • gnosis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kunskap:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekende bekantskap; kunskap; vetskap bekanting
ervaring erfarenhet; kunskap; praktik; rutin upplevelse
gnosis insikt; kunskap
kennis bekantskap; kunskap; vetskap bekant; bekanting; bekantskap; vetenskap
kunde färdighet; förmåga; kunskap; skicklighet
kundigheid färdighet; förmåga; kunskap; skicklighet begåvelse; möjlighet; talang
praktijk erfarenhet; kunskap; praktik; rutin läkarpraktik; praktiserande
routine erfarenhet; kunskap; praktik; rutin
weten kunskap vetenskap
wetenschap kunskap
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
weten känna; veta
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
kennis kunskap

Synoniemen voor "kunskap":


Wiktionary: kunskap


Cross Translation:
FromToVia
kunskap weten; kennis; wetenschap knowledge — fact of knowing about something; understanding, familiarity with information
kunskap kennis; geleerdheid; geleerde learning — accumulated knowledge
kunskap kennis; ervaring; wetenschap science — knowledge gained through study or practice
kunskap kennis; weten Wissen — Kenntnis und Verständnis von Fakten, Wahrheiten und Informationen
kunskap kenvermogen; kennis; kunde; medeweten; verstand; weten; wetenschap; kennen; besef; bewustzijn; bezinning; bekendheid; bekende; relatie connaissance — Idée, notion qu’on a de quelque chose, de quelqu’un; le fait de le connaître
kunskap wetenschap sciencesavoir, connaissance de certaines choses qui servir à la conduite de la vie ou à celle des affaires.

Verwante vertalingen van kunskap