Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Vertaal krok

Vertaal krok van Zweeds naar Nederlands

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

krok:
- angel; gifangel; hoek; hoekstoot; haak; ophanghaak
Wiktionary:
- krok → curve
- krok → vishaak, haak, scheuring, rits, scheur, winkelhaak

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor krok (Zweeds) in het Nederlands

krok:

krok [-en] zelfstandig naamwoord

krok (angelkrok; fiskkrok)
de angel; de gifangel
- angel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- gifangel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
krok (hake)
de hoek; de hoekstoot
- hoek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- hoekstoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
krok (hängare)
de haak; ophanghaak
- haak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- ophanghaak [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor krok:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
angel	angelkrok; fiskkrok; krok	fiske hake
gifangel	angelkrok; fiskkrok; krok
haak	hängare; krok	vinkellinjal
hoek	hake; krok	distrikt; gömställe; hörn; vrå
hoekstoot	hake; krok
ophanghaak	hängare; krok

Synoniemen voor "krok":

bygel; hängare; böj; hake

Wiktionary: krok

krok

noun

kromme lijn
- curve → kurva; sväng; krok

Cross Translation:

From	To	Via
• krok	→ vishaak	↔ fishhook — barbed hook for fishing
• krok	→ haak	↔ hook — rod bent into a curved shape
• krok	→ haak	↔ hook — fishhook
• krok	→ haak	↔ Haken — geschwungen oder eckig gekrümmte Vorrichtung zum Aufhängen oder Einhaken von Objekten, meist aus Metall, Holz oder Kunststoff geformt.
• krok	→ scheuring; rits; scheur; winkelhaak	↔ accroc — Déchirure faite dans un tissu par quelque chose de pointu ou qui accrocher.

Verwante vertalingen van krok

kött krok