Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. kris:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kris (Zweeds) in het Nederlands

kris:

kris [-en] zelfstandig naamwoord

  1. kris (vändpunkt; förändring)
    het keerpunt; de keer; de wending
    • keerpunt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • keer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wending [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. kris (nödsituation)
    de nood; de noodtoestand
    • nood [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • noodtoestand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kris:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
keer förändring; kris; vändpunkt böjelse; förändring; omväxling; tid
keerpunt förändring; kris; vändpunkt
nood kris; nödsituation behövande; hjälp behovande; kval; nödvändigt; pina; prövning; svår plåga; test; tortyr
noodtoestand kris; nödsituation nödläge
wending förändring; kris; vändpunkt förändring; rotation; sväng; ändring

Synoniemen voor "kris":


Wiktionary: kris


Cross Translation:
FromToVia
kris crisis crisis — unstable situation in political, social, economic or military affairs
kris crisis crise — médecine|fr changement en bien ou en mal qui survient dans le cours d'une maladie et s'annonce par quelques phénomènes particuliers, comme une excrétion abondante, une hémorragie considérable, des sueurs, un dépôt dans les urines, etc.

Verwante vertalingen van kris