Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. kramp:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kramp (Zweeds) in het Nederlands

kramp:

kramp [-en] zelfstandig naamwoord

  1. kramp (skakning)
    convulsie; de stuiptrekking; de kramp; de samentrekking; de stuip
  2. kramp
    de krampen; de spiersamentrekkingen

Vertaal Matrix voor kramp:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
convulsie kramp; skakning
kramp kramp; skakning muskel sammandragning
krampen kramp kramper
samentrekking kramp; skakning kedja; räcka; sekvens; serie
spiersamentrekkingen kramp
stuip kramp; skakning
stuiptrekking kramp; skakning

Synoniemen voor "kramp":

  • spasm

Wiktionary: kramp

kramp
noun
  1. een toestand van onwillekeurige en aanhoudende samentrekking van een spier

Cross Translation:
FromToVia
kramp kramp cramp — painful contraction of a muscle
kramp kramp spasm — contraction of a muscle