Zweeds

Uitgebreide vertaling voor komma in (Zweeds) in het Nederlands

komma in:

komma in werkwoord (kommer in, komm in, kommit in)

  1. komma in (gå in; kliva in)
    betreden; binnenkomen; ingaan; binnentreden; binnengaan; binnenstappen; binnenlopen
    • betreden werkwoord (betreed, betreedt, betrad, betraden, betreden)
    • binnenkomen werkwoord (kom binnen, komt binnen, kwam binnen, kwamen binnen, binnengekomen)
    • ingaan werkwoord (ga in, gaat in, ging in, gingen in, ingegaan)
    • binnentreden werkwoord (treed binnen, treedt binnen, trad binnen, traden binnen, binnengetreden)
    • binnengaan werkwoord (ga binnen, gaat binnen, ging binnen, gingen binnen, binnengegaan)
    • binnenstappen werkwoord (stap binnen, stapt binnen, stapte binnen, stapten binnen, binnengestapt)
    • binnenlopen werkwoord (loop binnen, loopt binnen, liep binnen, liepen binnen, binnengelopen)
  2. komma in (gå in i; gå med i; anknyta sig till)
    aangaan; aanknopen
    • aangaan werkwoord (ga aan, gaat aan, ging aan, gingen aan, aangegaan)
    • aanknopen werkwoord (knoop aan, knoopt aan, knoopte aan, knoopten aan, aangeknoopt)
  3. komma in (falla in)
    toetreden; aantreden
    • toetreden werkwoord (treed toe, treedt toe, trad toe, traden toe, toegetreden)
    • aantreden werkwoord (treed aan, treedt aan, trad aan, traden aan, aangetreden)

Conjugations for komma in:

presens
  1. kommer in
  2. kommer in
  3. kommer in
  4. kommer in
  5. kommer in
  6. kommer in
imperfekt
  1. komm in
  2. komm in
  3. komm in
  4. komm in
  5. komm in
  6. komm in
framtid 1
  1. kommer att komma in
  2. kommer att komma in
  3. kommer att komma in
  4. kommer att komma in
  5. kommer att komma in
  6. kommer att komma in
framtid 2
  1. skall komma in
  2. skall komma in
  3. skall komma in
  4. skall komma in
  5. skall komma in
  6. skall komma in
conditional
  1. skulle komma in
  2. skulle komma in
  3. skulle komma in
  4. skulle komma in
  5. skulle komma in
  6. skulle komma in
perfekt particip
  1. har kommit in
  2. har kommit in
  3. har kommit in
  4. har kommit in
  5. har kommit in
  6. har kommit in
imperfekt particip
  1. hade kommit in
  2. hade kommit in
  3. hade kommit in
  4. hade kommit in
  5. hade kommit in
  6. hade kommit in
blandad
  1. komm in!
  2. komm in!
  3. kommande in
1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de

Vertaal Matrix voor komma in:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangaan angående
aanknopen binda fast vid
binnengaan inkommande
ingaan i kraft trädande; verkan görande
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangaan anknyta sig till; gå in i; gå med i; komma in angå; bekymra; beröra; gälla; lova att göra; röra; åtaga
aanknopen anknyta sig till; gå in i; gå med i; komma in föra på tal; ge sig in i; inlåta sig i; ta upp
aantreden falla in; komma in
betreden gå in; kliva in; komma in beträda; gå på; vandra på
binnengaan gå in; kliva in; komma in
binnenkomen gå in; kliva in; komma in
binnenlopen gå in; kliva in; komma in
binnenstappen gå in; kliva in; komma in
binnentreden gå in; kliva in; komma in
ingaan gå in; kliva in; komma in reagera på
toetreden falla in; komma in

Verwante vertalingen van komma in