Zweeds
Uitgebreide vertaling voor knapp (Zweeds) in het Nederlands
knapp:
-
knapp (trång; smalt; knappt; trångt)
van geringe breedte; nauw; eng; smalletjes; smal-
van geringe breedte bijvoeglijk naamwoord
-
nauw bijvoeglijk naamwoord
-
eng bijvoeglijk naamwoord
-
smalletjes bijwoord
-
smal bijvoeglijk naamwoord
-
-
knapp (tight; åtsmitande)
nauwsluitend; strak; nauw-
nauwsluitend bijvoeglijk naamwoord
-
strak bijvoeglijk naamwoord
-
nauw bijvoeglijk naamwoord
-
-
knapp
-
knapp
het drukkertje -
knapp (skjortknapp)
het overhemdsknoopje -
knapp (knopp; kula; handtag; knöl; vred)
-
knapp (tryckknapp)
-
knapp (musknapp)
Vertaal Matrix voor knapp:
Synoniemen voor "knapp":
Wiktionary: knapp
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• knapp | → knoop | ↔ button — knob or small disc serving as a fastener |
• knapp | → knop; toets | ↔ button — a mechanical device meant to be pressed with a finger |
• knapp | → knop | ↔ button — in computer software, an on-screen control that can be selected |
• knapp | → toets | ↔ key — button on a typewriter or computer keyboard |
• knapp | → schaars | ↔ knapp — gerade noch ausreichend, wenig; weniger werdend oder geworden |
• knapp | → mager | ↔ schmal — wenig, knapp, unzureichend |
• knapp | → toets | ↔ touche — Pièces d’ébène, d’ivoire, qui composent le clavier d’un orgue, d’un piano, d’un clavecin, etc |