Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. karisma:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor karisma (Zweeds) in het Nederlands

karisma:

karisma [-en] zelfstandig naamwoord

  1. karisma (utstrålning)
    het charisma; de uitstraling

Vertaal Matrix voor karisma:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
charisma karisma; utstrålning
uitstraling karisma; utstrålning strålning

Synoniemen voor "karisma":


Wiktionary: karisma


Cross Translation:
FromToVia
karisma charisma CharismaReligion, Christentum: die Gabe, Offenbarungen, Inspirationen und Erleuchtungen empfangen zu können
karisma charisma Charismaohne Plural: Ausstrahlung einer Person
karisma charisma CharismaSoziologie: Kurzform für charismatische Herrschaft