Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. kanon:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kanon (Zweeds) in het Nederlands

kanon:

kanon [-en] zelfstandig naamwoord

  1. kanon (lovsång)
    de canon
    • canon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. kanon (artilleri)
    het gewichtstuk; het stuk; het kanon
    • gewichtstuk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • stuk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kanon [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kanon:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
canon kanon; lovsång
gewichtstuk artilleri; kanon
kanon artilleri; kanon
stuk artilleri; kanon beståndsdel; bit; del; element; ingrediens; jättesensation; publikation; skrift; skådespel; tryckalster; underbar människa; vrålsnygg sak
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stuk bruten; brutet; degraderad; funkar ej; i bitar; i kras; kaputt; krossad; krossat; skadad; skadat; sönder; sönderslaget; trasig; trasigt

Synoniemen voor "kanon":


Wiktionary: kanon


Cross Translation:
FromToVia
kanon kanon cannon — artillery piece
kanon canon canon — piece of music
kanon kanon gun — (military) A cannon with relatively long barrel, operating with relatively low angle of fire, and having a high muzzle velocity
kanon kanon gun — (military) a cannon with tube length 30 calibers or more
kanon canon round — song

Verwante vertalingen van kanon