Zweeds
Uitgebreide vertaling voor kal (Zweeds) in het Nederlands
kal:
-
kal (kalt)
kaal; onbehaard; zonder haar-
kaal bijvoeglijk naamwoord
-
onbehaard bijvoeglijk naamwoord
-
zonder haar bijvoeglijk naamwoord
-
-
kal (kalt; karg; torftigt; torrt)
-
kal (avlövat; kalt)
ontbladerd-
ontbladerd bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor kal:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bar | bar; barskåp; krog; skänkrum | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bar | kal; kalt; karg; torftigt; torrt | eländigt; futtigt; lumpet; tarvlig; tarvligt; usel; uselt; ynklig; ynkligt |
kaal | kal; kalt | karg; ogästvänlig |
onbegroeid | kal; kalt; karg; torftigt; torrt | |
onbehaard | kal; kalt | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ontbladerd | avlövat; kal; kalt | |
zonder haar | kal; kalt |
Synoniemen voor "kal":
Wiktionary: kal
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kal | → kaal; kaalhoofdig | ↔ chauve — Qui n’a plus de cheveux |