Uitgebreide vertaling voor känna (Zweeds) in het Nederlands
känna:
-
-
-
känna
-
känna
-
ondervinden;
ervaren;
beleven;
gewaarworden;
voelen
-
ondervinden
werkwoord
(ondervind, ondervindt, ondervond, ondervonden, ondervonden)
-
ervaren
werkwoord
(ervaar, ervaart, ervaarde, ervaarden, ervaard)
-
beleven
werkwoord
(beleef, beleeft, beleefde, beleefden, beleefd)
-
gewaarworden
werkwoord
(word gewaar, wordt gewaar, werd gewaar, werden gewaar, gewaargeworden)
-
voelen
werkwoord
(voel, voelt, voelde, voelden, gevoeld)
-
zien;
voelen;
waarnemen;
gewaarworden;
bemerken;
ontwaren;
merken;
bespeuren
-
zien
werkwoord
(zie, ziet, zag, zagen, gezien)
-
voelen
werkwoord
(voel, voelt, voelde, voelden, gevoeld)
-
waarnemen
werkwoord
(neem waar, neemt waar, nam waar, namen waar, waargenomen)
-
gewaarworden
werkwoord
(word gewaar, wordt gewaar, werd gewaar, werden gewaar, gewaargeworden)
-
bemerken
werkwoord
(bemerk, bemerkt, bemerkte, bemerkten, bemerkt)
-
ontwaren
werkwoord
(ontwaar, ontwaart, ontwaarde, ontwaarden, ontwaard)
-
merken
werkwoord
(merk, merkt, merkte, merkten, gemerkt)
-
bespeuren
werkwoord
(bespeur, bespeurt, bespeurde, bespeurden, bespeurd)
-
betasten;
voelen;
bevoelen
-
betasten
werkwoord
(betast, betastte, betastten, betast)
-
voelen
werkwoord
(voel, voelt, voelde, voelden, gevoeld)
-
bevoelen
werkwoord
(bevoel, bevoelt, bevoelde, bevoelden, bevoeld)
Conjugations for känna:
presens
- känner
- känner
- känner
- känner
- känner
- känner
imperfekt
- kännde
- kännde
- kännde
- kännde
- kännde
- kännde
framtid 1
- kommer att känna
- kommer att känna
- kommer att känna
- kommer att känna
- kommer att känna
- kommer att känna
framtid 2
- skall känna
- skall känna
- skall känna
- skall känna
- skall känna
- skall känna
conditional
- skulle känna
- skulle känna
- skulle känna
- skulle känna
- skulle känna
- skulle känna
perfekt particip
- har kännt
- har kännt
- har kännt
- har kännt
- har kännt
- har kännt
imperfekt particip
- hade kännt
- hade kännt
- hade kännt
- hade kännt
- hade kännt
- hade kännt
blandad
- känn!
- känn!
- kännd
- kännande
1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de
Vertaal Matrix voor känna:
Synoniemen voor "känna":
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van känna