Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. intryck:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor intryck (Zweeds) in het Nederlands

intryck:

intryck [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. intryck
    de indruk
    • indruk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. intryck (föreställning; åsikt; tanke; syn)
    mentale voorstelling; het begrip; het benul

Vertaal Matrix voor intryck:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begrip föreställning; intryck; syn; tanke; åsikt begrepp; idé
benul föreställning; intryck; syn; tanke; åsikt aning; förstånd; idé; medvetenhet
indruk intryck
mentale voorstelling föreställning; intryck; syn; tanke; åsikt föreställning; idé; mening; åsikt

Wiktionary: intryck


Cross Translation:
FromToVia
intryck indruk; impressie impression — overall effect of something
intryck indruk Eindruck — verbleibende Erinnerung, Vorstellung, die jemand oder etwas hinterlassen hat
intryck impressie; indruk Impression — ein durch Sinneswahrnehmung oder gefühlsmäßig gewonnener Eindruck
intryck afdruk; spoor; voetspoor; drukwerk; belichting; effect; impressie; indruk impression — imprimerie|fr action par laquelle une chose appliquer sur une autre y laisser une empreinte ; résultat de cette action.

Verwante vertalingen van intryck