Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. insättning:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor insättning (Zweeds) in het Nederlands

insättning:

insättning [-en] zelfstandig naamwoord

  1. insättning (infogning)
    de invoeging; ingevoegd stuk; de inlas
  2. insättning
  3. insättning
    storten
    • storten werkwoord (stort, stortte, stortten, gestort)

Vertaal Matrix voor insättning:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deposito deposition; inlåning
ingevoegd stuk infogning; insättning
inlas infogning; insättning
invoeging infogning; insättning sticka emellan
storten hällregn
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
storten insättning deponera; insätta
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
deposito insättning

Wiktionary: insättning

insättning
noun
  1. het storten van geld op een bankrekening

Cross Translation:
FromToVia
insättning deposito deposit — money placed in an account

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van insättning