Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. imperativt:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor imperativt (Zweeds) in het Nederlands

imperativt:

imperativt bijvoeglijk naamwoord

  1. imperativt (imperativ)
    imperatief; dwingend; vereisend; gebiedend; gelastend

Vertaal Matrix voor imperativt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
imperatief imperativ
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dwingend imperativ; imperativt bindandet; slagkraftig; slagkraftigt; stringent; övertygandet
gebiedend imperativ; imperativt
imperatief imperativ; imperativt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gelastend imperativ; imperativt
vereisend imperativ; imperativt