Overzicht
Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...
- imperativ:
-
Wiktionary:
- imperativ → gebiedende wijs
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor imperativ (Zweeds) in het Nederlands
imperativ:
-
imperativ (imperativt)
imperatief; dwingend; vereisend; gebiedend; gelastend-
imperatief bijvoeglijk naamwoord
-
dwingend bijvoeglijk naamwoord
-
vereisend bijvoeglijk naamwoord
-
gebiedend bijvoeglijk naamwoord
-
gelastend bijvoeglijk naamwoord
-
-
imperativ
Vertaal Matrix voor imperativ:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gebiedende wijs | imperativ | |
imperatief | imperativ | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dwingend | imperativ; imperativt | bindandet; slagkraftig; slagkraftigt; stringent; övertygandet |
gebiedend | imperativ; imperativt | |
imperatief | imperativ; imperativt | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gelastend | imperativ; imperativt | |
vereisend | imperativ; imperativt |
Wiktionary: imperativ
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• imperativ | → gebiedende wijs | ↔ imperative mood — imperative mood |