Overzicht
Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...
- imaginär:
-
Wiktionary:
- imaginär → denkbeeldig, imaginair
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor imaginär (Zweeds) in het Nederlands
imaginär:
-
imaginär (fantiserat; illusorisk; imaginärt; fantiserad; illusoriskt; påhittat; fiktivt)
denkbeeldig; imaginair; fantastisch; illusoir-
denkbeeldig bijvoeglijk naamwoord
-
imaginair bijvoeglijk naamwoord
-
fantastisch bijvoeglijk naamwoord
-
illusoir bijvoeglijk naamwoord
-
-
imaginär (imaginärt; inbillat)
denkbeeldig; imaginair; ingebeeld; hypothetisch-
denkbeeldig bijvoeglijk naamwoord
-
imaginair bijvoeglijk naamwoord
-
ingebeeld bijvoeglijk naamwoord
-
hypothetisch bijvoeglijk naamwoord
-