Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. hyresgäst:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor hyresgäst (Zweeds) in het Nederlands

hyresgäst:

hyresgäst [-en] zelfstandig naamwoord

  1. hyresgäst
    de huurder; bewoner van huurwoning
  2. hyresgäst (inneboende; inackordering)
    de kostganger; de pensiongast
  3. hyresgäst (inneboende; pensionsgäst)
    kostgangster; pensiongaste

Vertaal Matrix voor hyresgäst:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bewoner van huurwoning hyresgäst
huurder hyresgäst
kostganger hyresgäst; inackordering; inneboende
kostgangster hyresgäst; inneboende; pensionsgäst
pensiongast hyresgäst; inackordering; inneboende
pensiongaste hyresgäst; inneboende; pensionsgäst

Synoniemen voor "hyresgäst":


Wiktionary: hyresgäst


Cross Translation:
FromToVia
hyresgäst pachter tenant — one who pays a fee in return for the use of land, etc.
hyresgäst huurder locataire — Celui qui occupe une maison ou une partie de maison à loyer.

Verwante vertalingen van hyresgäst