Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. helig:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor helig (Zweeds) in het Nederlands

helig:

helig bijvoeglijk naamwoord

  1. helig (helgad; ägnat; helgat; heligt)
    heilig; gewijd
  2. helig (okränkbar; immun; heligt; )
    onschendbaar; immuun; onvatbaar

Vertaal Matrix voor helig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gewijd helgad; helgat; helig; heligt; ägnat
heilig helgad; helgat; helig; heligt; ägnat fantastisk; fantastiskt; härlig; härligt; praktfullt; underbar; underbart; utomordentligt
immuun helig; heligt; immun; immunt; oantastligt; obrottsligt; okränkbar; okränkbart
onschendbaar helig; heligt; immun; immunt; oantastligt; obrottsligt; okränkbar; okränkbart
onvatbaar helig; heligt; immun; immunt; oantastligt; obrottsligt; okränkbar; okränkbart

Synoniemen voor "helig":

  • sakral

Wiktionary: helig


Cross Translation:
FromToVia
helig goddelijk divine — of or pertaining to a god
helig geheiligd; gewijd; sacraal; heilig sacré — (religion) Qui concerner la religion, qui a pour objet le culte de Dieu ou des dieux.
helig gewijd; heilig; geheiligd; sacraal saintpur, souverainement parfait et bienheureux.