Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. hals:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor hals (Zweeds) in het Nederlands

hals:

hals [-en] zelfstandig naamwoord

  1. hals (strupe; halsven; halsblodåder)
    de halsader; keelader

Vertaal Matrix voor hals:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
halsader hals; halsblodåder; halsven; strupe
keelader hals; halsblodåder; halsven; strupe

Synoniemen voor "hals":


Wiktionary: hals


Cross Translation:
FromToVia
hals nek; hals neck — the part of body connecting the head and the trunk found in humans and some animals
hals flessenhals; hals neck — the tapered part of a bottle toward the opening
hals keel throat — front part of the neck
hals keel throat — gullet or windpipe
hals hals throat — narrow opening in a vessel
hals nek HalsAnatomie: Körperteil, Verbindung von Kopf und Rumpf
hals hals; nek cou — anatomie|fr partie du corps qui joindre la tête aux épaules.

Verwante vertalingen van hals