Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. häxa:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor häxa (Zweeds) in het Nederlands

häxa:

häxa [-en] zelfstandig naamwoord

  1. häxa (hynda; satkäring; hora; orm)
    de teef; het viswijf; de helleveeg; de haaibaai; de loeder; de heks; de feeks
    • teef [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • viswijf [het ~] zelfstandig naamwoord
    • helleveeg [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • haaibaai [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • loeder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • heks [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • feeks [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. häxa
    de toverkol; de heks
    • toverkol [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • heks [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. häxa (trollkvinna)
    de tovenares; de toverheks

Vertaal Matrix voor häxa:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
feeks hora; hynda; häxa; orm; satkäring
haaibaai hora; hynda; häxa; orm; satkäring
heks hora; hynda; häxa; orm; satkäring
helleveeg hora; hynda; häxa; orm; satkäring
loeder hora; hynda; häxa; orm; satkäring bedragerska; falsk slyna; fitta; luder; orm
teef hora; hynda; häxa; orm; satkäring hynda; tik
tovenares häxa; trollkvinna
toverheks häxa; trollkvinna
toverkol häxa
viswijf hora; hynda; häxa; orm; satkäring

Synoniemen voor "häxa":


Wiktionary: häxa

häxa
noun
  1. een persoon, meestal een vrouw, aan wie bovennatuurlijke krachten worden toegeschreven

Cross Translation:
FromToVia
häxa heks; tovenares hag — a witch, sorceress, or enchantress; also, a wizard
häxa heks; kol; tovenaar witch — person who uses magic

Verwante vertalingen van häxa